Behandelingsstrategie Fase I en II: versnellen en vertragen
Werking Fase I: Biotransformatie
Als men aan veel gifstoffen bloot staat, hetgeen voor elke Nederlander het geval is, is fase I actiever dan normaal. Als fase II van de ontgifting op normale snelheid verloopt of iets te traag is dan zullen de in Fase I gevormde supertoxines (de tussenvorm) in het lichaam achter blijven en nog meer schade aanrichten dan de oorspronkelijke toxines. In zo’n geval spreekt men van een pathologische (ziekmakende) ontgifting. Een standaard leverstimuleringsprotocol, dat beide fasen aanzet om sneller te werken, is in dit geval niet aan te bevelen omdat men niet precies weet of men de disbalanse tussen fase I en II niet verder vergroot en daarmee ernstige schade aan het lichaam toebrengt. Fase I produceert door het werkingsmechanisme veel vrije radicalen. Het is daarom belangrijk om te zorgen voor voldoende antioxidanten: vitamine B, C en E, etc. Glutathion is de belangrijkste component in de lever bij het onschadelijk maken van vrije radicalen. Het glutathion niveau is echter afhankelijk (volgens de Gibbs formule) van het ATP niveau (bio-energie) dat door de mitochondria (energie centrales) wordt geproduceerd.Fase I werkt te snel
Mogelijke oorzaken van een versnelde Fase I
Fase I kan in sommige gevallen te snel werken. Dit kan voorkomen bij patiënten die blootstaan aan een te grote hoeveelheid gifstoffen. Dit kunnen exogene (van buiten af) en endogene (van binnen uit) gifstoffen zijn. Denk bij exogene gifstoffen bijvoorbeeld aan stoffen die we via onze voeding binnen krijgen (bestrijdingsmiddelen) en gifstoffen in de werkomgeving of het huishouden zoals oplos en schoonmaakmiddelen.Roken versnelt ook de werking van de Fase I P450 enzymen. Dit is misschien een van de reden waarom een groot aantal rokers ook veel koffie kunnen drinken zonder dat ze daar last van ondervinden. Cafeïne wordt. door Fase I enzymen in de lever (niet in de darm) afgebroken. Wordt Fase I door roken versneld (geïnduceerd) dan wordt de cafeïne in de koffie snel afgebroken en ontstaan er minder klachten t.g.v. overmatig koffie gebruik.
Endogene gifstoffen worden voornamelijk door een verstoorde darmwerking geproduceerd. Maar ook de vrije radicalen die ontstaan door een te lage antioxidantstatus worden door het lichaam gezien als gifstoffen en vormen daardoor een belasting voor het ontgiftingssysteem.
Behandeling van een versnelde Fase I
Patiënten die roken en ook een groot aantal koppen koffie drinken zonder daar last van te ondervinden hebben vermoedelijk een te snel werkende Fase I. Maar ook bij patiënten met chronische darmklachten is Fase I waarschijnlijk versneld (of hoog normaal).Behandelingsprotcol voor het vertragen van Fase I:
- Neem zo veel mogelijk exogene gifstoffen weg. Eet biologisch, stop met roken en bescherm u tegen de invloed van chemische dampen en stoffen. Vermijd alcohol en voeding die bruin gebakken is, maar ook groenten zoals broccoli en spruitjes.
- Zorg voor voldoende antioxidanten zodat de vrije radicalen die bij Fase I worden geproduceerd geneutraliseerd worden.
- Als er sprake is van chronische darmklachten onderzoek dan de mogelijkheid van een darmstoornis zoals: een candida infectie, darmflora disbiose of darmlekkage. Behandel deze stoornissen eerst omdat hierdoor een grote bron van endogene gifstoffen wordt weggenomen.
- Interventie: Fase I kan worden vertraagd door het gebruik van grapefruit, maria distel en kurkuma. Maria distel heeft hier een extra voordeel omdat het de lever en nieren beschermt tegen de invloed van vrije radicalen.
- Versnel Fase II als het vermoeden bestaat dat de patiënt een pathologisch (ziekmakend) ontgiftingsbeeld heeft ontwikkeld. (Fase I gaat sneller dan Fase II kan verwerken).
|
Fase I werkt te traag
Mogelijke oorzaken van een vertraagde Fase I
Als mensen bijna niet aan gifstoffen worden blootgesteld, wat in onze maatschappij bijna niet meer denkbaar is, gaat Fase I langzamer werken. Patiënten die snel dronken worden van weinig alcohol of klachten ondervinden van koffie (reeds bij 1 - 2 koppen per dag) verloopt Fase I van de ontgifting waarschijnlijk te traag.Fase I kan worden vertraagd door het gebruik van sommige geneesmiddelen zoals: de anti conceptiepil, SSRI antidepressiva, overmatig gebruik van grapefruit, het supplement quercitine (pas daarom hiermee op tijdens een chemokuur), een te hoge zware metalenbelasting, anti schimmel medicatie waarvan de naam eindigt op “azole” en overmatige consumptie van suiker.
Een te traag werkende Fase I kan ook worden veroorzaakt door een deficiëntie van de volgende voedingsstoffen: thiamine (B1), Riboflavine, magnesium, ijzer en molybdeen. Een lichte schildklier deficiëntie kan ook een te traag verlopende Fase I veroorzaken.
Behandeling van een vertraagde Fase I
Gifstoffen zoals uitlaatgassen, dioxine, pesticide, alcohol, nicotine en verbrand vlees (barbecue) versnellen Fase I, Deze stoffen zijn echter niet geschikt als therapie. We kunnen Fase I gelukkig ook versnellen door suppletie met: thiamine (B1), Riboflavine, magnesium, ijzer en molybdeen.Behandelingsprotocol voor het versnellen van Fase I:
- Probeer stoffen die Fase I vertragen te vermijden. Gebruik geen grapefruit, stop met de anti conceptiepil en verander indien mogelijk het medicijn gebruik.
- Fase I mag pas worden versneld als Fase II voldoende wordt ondersteund, anders ontstaat het gevaar dat de patiënt een pathologisch ontgiftingsbeeld zou kunnen ontwikkelen. (Fase I gaat sneller dan Fase II kan verwerken). Zorg voor voldoende antioxidanten zodat de vrije radicalen die door Fase I worden geproduceerd geneutraliseerd worden.
Werking Fase II ontgifting: conjugatie
Fase II in het ontgiftingsproces probeert gifstoffen te neutraliseren, of te binden (conjugatie) aan andere stoffen waardoor de gifstoffen oplosbaar worden en door de nieren of via de gal uitgescheiden kunnen worden. Vetoplosbare toxines die via de gal worden uitgescheiden leggen een grotere weg af voordat ze in de ontlasting terecht komen dan water oplosbare toxines die via de nieren en de urine het lichaam verlaten. Dat is een nadeel van ontgiften via de gal.Fase II kent in totaal zeven mogelijkheden van conjugatie: glutathion conjugatie, methylering, sulfatie, sulfoxidatie, acetylering en glucorondatie. Een aantal toxines wordt via slechts één van deze paden gebonden, andere door meerderen.
Voor conjugatie is veel bio-energie (ATP) noodzakelijk. Indien de mitochondria in de levercellen te weinig ATP produceren, wat bij de meeste CVS/ME patiënten waarschijnlijk het geval is, zal Fase II onvoldoende functioneren. Zoals reeds eerder is uitgelegd ontstaat er dan een situatie waar de supertoxische tussenvorm, geproduceerd door fase I, in het lichaam achter blijft en zo het lichaam vergiftigd.
Deze pathologische ontgifters worden al ziek van benzinedamp, uitlaatgassen of een sterk ruikende parfum en ondervinden veel bijwerkingen van reguliere geneesmiddelen.
Een of meerdere conjugatie paden van Fase II werkt verlopen te traag
Vertraging van Fase II in het algemeen
Een vertraging van Fase II kan worden veroorzaakt door een genetische predispositie (erfelijke afhankelijkheid). De ziekte van Gilbert is hier een goed voorbeeld. Bij deze ziekte wordt het bilirubine (galvloeistof) in onvoldoende mate door het glucuronisatiepad afgebroken waardor het in het bloed achter blijft.Het kan ook zo zijn dat Fase II eigenlijk helemaal niet te traag verloopt maar simple overbelast wordt door een te snel verlopende Fase I. Kijk in het vorige hoofdstuk hoe dit kan worden opgelost.
Glucuronisatie verloopt te traag
Glucuronisatie, het binden van toxinen aan glucuronzuur, is afhankelijk van het enzym UDP-glucuronyl transferase (UDPGT). Glucuronisatie wordt door het lichaam onder meer gebruikt om medicijnen af te breken. Salicylzuurverbindingen, menthol, vanilline, benzoaten, hormonen en bilirubine (Gilbert’s syndroom) zijn voorbeelden van stoffen die langs deze weg onschadelijk gemaakt kunnen worden. Een gelige huidskleur en gelig oogwit kunnen duiden op onvoldoende glucuronisatie activiteit. D-limoneen (citrusvruchten behalve grapefruit, dillezaad, karwij) stimuleert de activiteit van UDPGT.Vertraging van dit pad zou mogelijk kunnen worden veroorzaakt door:
- Schade aan mitochondria, met name mitochondriale DNA, veroorzaakt door vrije radicalen waardoor de ATP productie onvoldoende is om dit proces goed te laten verlopen.
- Een tekort aan ijzer, of een overschot aan vitamine K of onvoldoende voedings cofactoren.
- Lichte vorm van hypothyroidie waardoor de ontwikkeling van de conjugatie enzymen UGP-glucuronyl-transferase (UDP-GT) vertraagd wordt.
- Verbetering van de verbranding van glucose door verminder van insuline resistentie m.b.v. 200 - 600mcg chroom GTF per dag . Deze behandeling is speciaal geindiceerd (aanbevolen) voor patiënten die geen maaltijd kunnen overslaan of uren later eten zonder daar klachten van te ondervinden: trillen, geiriteerdheid, angstaanvallen, vermoeidheid.
- Verbeter de vetverbranding door 3 x 2 x 330mg L-carnitine
- Verbeter de ATP productie door 1 - 2 x 100mg Q10.
- Onderzoek of er misschien sprake is van een lichte vorm van hypothyroidie. De klachten van hypothyroïdie komen grotendeels overeen met die van CVS/ME en FMS, maar er komen ook klachten voor die niet specifiek zijn voor CVS/ME en FMS. Lees voor meer informatie mijn artikel over hypothyroïdie Een simpele TSH bepaling, het onderzoek dat de huisarts meestal uitvoert, is echt niet voledoende. Laat ook de waarde voor T4, Ft4, T3, Ft3 en TPA (ziekte van Hashimoto) onderzoeken. Op deze wijze komen ook eventuele T4 naar T3 conversie problemen aan het licht. Doe ook de Barnes temperatuur test die in mijn artikel is beschreven.
- Zorg voor voldoende cofactoren: L-glutamine, Niacine, Vitamine B6, IJzer, magnesium
- Eet meer cruciferious groenten zoals: broccoli, spruitjes
Een vertraagde aminoizuurconjugatie
Via deze ontgiftingsmogelijkheid worden toxines onschadelijk gemaakt door een binding met een aminozuur. Daarna kunnen zij in een water oplosbare vorm door de nieren uitgescheiden worden. De aminozuren, glycine, taurine, glutamine, arginine en ornithine worden hiervoor gebruikt. Het meest effectieve aminozuur is glycine. Een lage inname van eiwitten (eiwitten worden afgebroken in aminozuren) en een tekort aan vitamine B6 kunnen dit conjugatie proces verstoren.Mogelijke oorzaken van een vertraagde aminozuurconjugatie kunnen zijn:
- Een onvoldoende beschikbaarheid van glycine en andere aminozuren.
- Suppletie met cysteïne is de belangrijkste optie.
- Maar ook suppletie met andere aminozuren zoals: taurine, glutamine, arginine (op een lege maag voor de nacht), ornithine (op een lege maag voor de nacht)
- Eet meer base vormende voeding.
Een vertraagde gluthationconjugatie
De primaire ontgifting van fase II verloopt via glutathion conjugatie. Veel toxische stoffen, waaronder zware metalen, pesticide en chemische oplosmiddelen zijn allen in vet oplosbaar, waardoor ze moeilijk zijn uit te scheiden. Uitscheiding via de gal van vet oplosbare toxines heeft als nadeel dat ze opnieuw door het lichaam getransporteerd moeten worden. Glutathion conjugatie maakt vet oplosbare toxines water oplosbaar waardoor ze via de nieren en de urine uit gescheiden kunnen worden.Mogelijke oorzaken:
- Dit proces kan bij CVS/ME patiënten verstoord zijn omdat zij bijna in alle gevallen te weinig ATP produceren. Volgens de Gibbs formule is het glutathionniveau afhankelijk van de hoeveelheid geproduceerde ATP, te weinig ATP betekent ook te weinig glutathion. Hierdoor wordt het belangrijkste ontgiftingspad van Fase II, glutathion conjugatie verstoord en wordt de lever bovendien te weinig beschermd tegen de schade door vrije radicalen.
- Een tekort aan gluthation kan worden aangetoond door een urine onderzoek naar de sulfaat / creatine ratio. Een lage waarde van de ratio geeft een tekort van gluthation aan.
- Onvoldoende belangrijke voedingsstoffen om dit pad te ondersteunen. Een goede multi vitamine tesamen met een antioxidantencomplex is aan te bevelen.
- Verbeter de mitochondriale productie van ATP door suppletie met: Chroom GTF, L-carnitine, MSM, Magnesium, Appelzuur, NADH en Q10.
- Vertraag indien nodig Fase I om de belasting op Fase II te verminderen. Deze methode is alleen verantwoord als er voor gezorgd is dat er zo min mogelijk endogene en exogene toxines worden binnengekregen. Darmsannering, biologisch eten kunnen hier niet ontbreken.
- Suppletie met zink, koper, riboflavonine, selenium, magnesium, B6, B12 en foliumzuur. M.a.w. gebruik een goede mulit vitamine.
- Eet meer cruciferious groenten zoals: broccoli, spruitjes
Een vertraagd sulfoxidatiepad
Sulfoxidatie is het proces waarbij zwavelhoudende moleculen, uit bijvoorbeeld geneesmiddelen en voedingsstoffen, worden gemetaboliseerd. Het is tevens de manier waarop het lichaam sulfiden (conserveermiddelen) onschadelijk maakt. Bij dit proces worden sulfiden door het enzym sulfiet oxidase omgezet in sulfaten, die met de urine kunnen worden afgevoerd. Dit proces is onder meer duidelijk verstoord bij mensen met astma, die overgevoelig reageren op sulfiet in de voeding. Het enzym sulfiet oxidase is mede afhankelijk van molybdeen.Mogelijke oorzaken:
- Een tekort aan sulfaat of co-factoren
- Een verstoorde werking van dit pad door een hoge cysteïne / sufaat ratio in plasma terwijl het totale plasma niveau van sulfaat te laag is.
- Een mlybdeen tekort. Dit is vooral een belangrijke oorzaak als er ook sprake is van een laag plasma niveau van sulfaat.
- Een molybdeen of B6 overschot. Waardoor de werking van sulfoxidatie pad geremd wordt.
- Verminder de hoeveelheid gifstoffen die via voeding wordt binnen gekregen. Dat geldt vooral voor patiënten waarbij caffeine snel door Fase I wordt afgebroken.
- Overweeg het inzetten van sulfaat precursors (stoffen die in je lichaam in sulfaat worden omgezet) zoals: L-methionine, L- cysteïne, NAC en gereduceerd gluthation tenzij er sprake is van een hoge plasma cyteïne / sulfaat ratio met een laag plasma gehalte voor sulfaat.
- Overweeg het inzetten van anorganische zwavelverbindingen zoals: natriumsulfaat, magnesiumsulfaat als er sprake is van een hoog of normaal plasma cysteïneniveau met een laag niveau aan sulfaat.
- Overweeg molybdeen suppletie als er een tekort wordt vastgesteld. Verminder molybdeen en B6 als een overschot wordt vastgesteld.
Amsterdamsestraatweg 544 A
3553 EN Utrecht
telefoon 030-2805089 16.30-17.30 uur behalve. woensdag
fax 030-2805198
Email: p.meerendonk@planet.nl
Prof. Dr. K. De Meirleir
AZ VUB, Dienst Sportgeneeskunde
Laarbeeklaan 101
1090 Jette, BELGIE
telefoon +32 (0)2477 4600
Met dank aan……
Deze artikelenserie had ik niet kunnen schrijven zonder de hulp van Jan van Roijen, zelf ook CVS/ME patiënt. Jan heeft me een jaar lang informatie gestuurd waarmee ik deze serie heb kunnen schrijven. Jan heeft een speciale nieuwsdienst voor ME patiënten de “Help ME Circle”. Stuur een email aan j.van.roijen@chello.nl voor een gratis abonnement op de "Help ME Circle"Dr. Paul van Meerendonk, ook hij is een autoriteit op het gebied van CVS/ME. Van Meerendonk behandelt CVS/ME patiënten door middel van de Teitelbaum methode. Paul heeft door een uitstekende lezing tijdens een MBOG seminar in 2001 mijn interesse gewekt voor dit onderwerp. Paul heeft de laatste jaren een eigen visie ontwikkeld hoe CVS/ME het best behandeld kan worden.
SITE MAP
Maagdarmstoornissen: Candida infectie - Prikkelbaredarmsyndroom - Crohn - Colitus Ulcerosa - CVS/ME: Chronische vermoeidheid Syndroom - Diabetische complicaties: Bloeduiker stabilisatie - Neuropathie - Retinopathie - Nefropathie - Hart- en vaatziekten: Cardiomyopathie en Hartfalen - Hoge bloeddruk - Cholesterol verlaging - Aderverkalking (atherosclerose) - Spataderen - Levensverlenging: 100 jaren jong - DHEA - Melatonine - 65+ - Kanker: - Ondersteuningstherapie bij kanker - Bot en gewrichtsaandoeningen: - Artrose - Artritis - Osteoporose - Fibromyalgie: - Fibromyalgie - Urinewegaandoeningen: - Prostaatklachten - Blaasontsteking - Vrouwenklachten: Menopauze - Premenstrueelsyndroom - Overgewicht: - Overgewicht - SLIM - Oogaandoeningen: Staar - Slecht zien Andere artikelen: - HPU - Astma - Multiple Sclerose - Psoriasis - Depressie
Maagdarmstoornissen: Candida infectie - Prikkelbaredarmsyndroom - Crohn - Colitus Ulcerosa - CVS/ME: Chronische vermoeidheid Syndroom - Diabetische complicaties: Bloeduiker stabilisatie - Neuropathie - Retinopathie - Nefropathie - Hart- en vaatziekten: Cardiomyopathie en Hartfalen - Hoge bloeddruk - Cholesterol verlaging - Aderverkalking (atherosclerose) - Spataderen - Levensverlenging: 100 jaren jong - DHEA - Melatonine - 65+ - Kanker: - Ondersteuningstherapie bij kanker - Bot en gewrichtsaandoeningen: - Artrose - Artritis - Osteoporose - Fibromyalgie: - Fibromyalgie - Urinewegaandoeningen: - Prostaatklachten - Blaasontsteking - Vrouwenklachten: Menopauze - Premenstrueelsyndroom - Overgewicht: - Overgewicht - SLIM - Oogaandoeningen: Staar - Slecht zien Andere artikelen: - HPU - Astma - Multiple Sclerose - Psoriasis - Depressie