ATP deficiëntie
Veel CVS/ME patiënten nemen minder goed zuurstof op
|
Dr Hans van Montfort en Dr Paul Cheney, beiden autoriteit op het gebied van CVS/ME, denken dat uit de bovenstaande onderzoeksresultaten valt af te leiden dat het aërobe (met zuurstof) verbrandingsproces bij een groot aantal CVS/ME patiënten misschien niet goed werkt en dat daardoor bij deze patiënten voornamelijk van het veel minder efficiënt werkende anaërobe (zonder zuurstof) verbrandingsproces gebruik gemaakt wordt.
Van Montfort denkt bovendien dat een groeihormoon (HGH) deficiëntie, mogelijk gecombineerd met een insuline (receptor) resistentie de energievoorziening bij sommige CVS/ME patiënten verder verslechtert. Bij een insuline resistentie zijn de receptoren van de cel ongevoeliger geworden voor insuline. Hierdoor wordt de celmembraam minder doorlaatbaar voor glucose. Insuline resisentie veroorzaakt zo een verminderde productie van de bio-energetische stof ATP (Adenosine Tri Fosfaat). Bij een HGH deficiëntie wordt na training het spierweefsel minder goed hersteld. Hierdoor gaat veel van het trainingsresultaat verloren.
Energie productie binnen de cel
Glucose en vetzuren kunnen op twee manieren omgezet worden in ATP. Het ene proces wordt aërobe verbranding genoemd en kan alleen goed verlopen als er voldoende zuurstof voorradig is. Het andere proces heet anaërobe verbranding en kan zonder zuurstof verlopen.Aërobe verbranding
De aërobe verbranding vindt binnen de mitochondria plaats. Het aërobe verbrandingsproces verloopt via de citroenzuur-cyclus (Krebs-cyclus). De citroenzuur-cyclus is te ingewikkeld om hier te behandelen, daarom vermeld ik alleen het begin en eind resultaat:Door de aërobe verbranding wordt, zoals u hier boven kunt zien, uit één glucose molecuul 36 ATP moleculen gemaakt. De capaciteit van het aërobe verbrandingsproces, ook wel de verbranding genoemd, wordt bepaald door de snelheid waarmee de citroenzuur-cyclus en het zuurstof transport inhet lichaam.
Anaërobe verbranding
De anaërobe verbranding speelt zich af in het cytoplasma (vloeibare gedeelte van de cel). Het anaërobe proces verloopt via glycolyse. Hierbij is geen zuurstof nodig. Glycolyse is net als de citroenzuur-cyclus te ingewikkeld om hier te behandelen daarom wederom alleen het begin en het eind resultaat:ADP staat voor Adenosine Di Fosfaat. Bij de anaërobe verbranding worden maar twee ATP moleculen gevormd. De anaërobe verbranding is dus 18x inefficiënter dan de aërobe verbranding. Bovendien wordt er bij de aërobe verbranding alleen maar kooldioxide en water als afvalstof geproduceerd. Deze stoffen kunnen eenvoudig door het lichaam worden afgevoerd. De anaërobe verbranding daarin tegen, produceert melkzuur als afvalstof. Een te hoog gehalte aan melkzuur veroorzaakt vermoeidheid, spierpijn en spierkrampen. In spieren wordt ook een voorraad creatinefosfaat (CrP) opgeslagen. Hieruit kan ook zonder tussenkomst van zuurstof ATP worden gemaakt.
Energie gebruik door spieren
Het gebruik van opgeslagen ATP en CrP
Als de spieren, door signalen van het zenuwgestel, de opdracht krijgen om een inspanning te leveren gebruiken de spieren in eerste instantie de ATP die in de spiercellen is opgeslagen. Onder invloed van een enzym (katalysator) wordt het opgeslagen ATP zonder tussenkomst van zuurstof omgezet in energieDe bij deze reactie vrijgekomen energie wordt direct gebruikt voor de spiercontractie. De directe omzetting van ATP levert veel energie op (700 cal / Kg lichaamsgewicht / minuut) maar de voorraad is, bij een maximale inspanning beperkt tot enkele seconden.
|
De voorraad Cr is net als de voorraad ATP heel beperkt. De omzetting van ATP en CrP leveren, bij een gezond persoon bij maximale inspanning, hooguit 10 seconden aan energie.
Het lichaam is in staat om in ongeveer 30 - 60 seconden de uitgeputte voorraad CrP weer aan te vullen. Dit is een van de redenen voor een korte pauze tijdens training.
Sporters die een kortdurende hoge prestatie moeten leveren (gewichtsheffen, sprint, etc.) gebruiken al sinds het begin van 1900 creatine supplementen om betere resultaten te behalen. Voor marathon lopers heeft creatine suppletie echter geen zin omdat de “pauzes”, om de CrP voorraad aan te vullen, ontbreken.
Het gebruik van het aërobe en anaërobe productie systeem
Als de inspanning, op maiximale kracht, langer duurt dan 10 seconden zijn de ATP en CrP voorraden in de spiercellen uitgeput en moet er d.m.v. het aërobe en anaërobe proces opnieuw ATP gemaakt worden. Glucose (koolhydraten), vetzuren en eiwitten (alleen in noodgevallen) worden als brandstof gebruikt.Het anaërobe proces (glycolyse) kan 400 cal / kg / min. aan ATP leveren, maar werkt 18x minder efficiënt dan het langzamere aërobe proces (citroenzuurcyclus) dat 200 - 300 cal / kg / min. aan ATP kan produceren.
Het anaërobe proces produceert melkzuur. De vorming van melkzuur begrenst het gebruik van het anaërobe proces, bij een gezond persoon bij maximale inspanning, tot ongeveer 60 - 90 seconden. Dan is de hoeveelheid melkzuur groter dan het lichaam kan verwerken. Dat is een van de reden dat het lichaam het liefst van het aërobe proces gebruik maakt voor de productie van ATP. De voorkeursredenen voor het aërobe proces op een rijtje:
- de afvalprodukten zijn onschuldig: CO2 + H2O
- het proces kan langdurig (uren lang) ATP leveren
- het is erg efficiënt, er wordt van elk glucose molecuul 36 ATP moleculen gemaakt. (het anaërobe proces levert voor elk glucose molecuul maar 2 ATP moleculen)
- het zuurstof nodig heeft om te kunnen werken. De snelheid waarmee, en de hoeveelheid van de zuurstof die van de longen via het bloed naar de cellen getransporteerd kan worden is een van de begrenzende factoren van het het aërobe proces.
Omdat vetverbranding meer zuurstof nodig heeft dan de verbranding van glucose (koolhydraten) zal het lichaam in het geval van een zuurstofschaarste kiezen voor koolhydraten (glucose) als brandstof. Dit zou een indicatie kunnen zijn om bij de behandeling van CVS/ME patiënten koolhydraatrijke (volkoren) voeding in te zetten omdat onderzoek aangeeft dat sommige CVS/ME patiënten via de longen minder zuurstof opnemen.
Als het glucose en de vetzuren bijna op zijn en ermoet toch nog een grote inspanning geleverd worden worden er eiwitten voor de verbranding gebruikt. Eiwitten in het spierweefsel worden het eerst verbrand. Dit heeft gevolgen voor de spieren. Sporters die een hoge prestatie moeten leveren maar toch vanwege hun sport minimale hoeveelheid calorieën (koolhydraten) gebruiken, zoals balletdansers, hebben veel last van dit probleem.
Intolerantie voor extra beweging
Extra beweging bij gezonde mensen
Aërobische beweging verbetert bij gezonde mensen de hartfunctie, het zuurstof transport door het lichaam en de kracht van de spieren. U bent aërobisch bezig als uw hartslag flink omhoog gaat, u gaat hijgen en gaat zweten. Voor gezonde mensen is dat goed, dat heet trainen.Tijdens intenieve training wordt er ook spierweefsel afgebroken. Daarom produceert het lichaam na intensieve sport groeihormonen (HGH) om het lichaam aan te zetten tot herstel van spierweefsel. Om dit proces een kans te geven is het, voor mensen die aan sport doen om hun conditie te verbeteren, verstandig om 1 - 2 dagen pauze in te lassen alvorens opnieuw te trainen. In deze tijd kunnen de spieren zich herstellen. De spieren worden daardoor, bij gezonde mensen, nog sterker dan ze geweest waren.
|
Extra beweging bij CVS/ME patënten
Een groot aantal CVS/ME patiënten neemt echter minder zuurstof via de longen op dan gezonde mensen. Bovendien is er bij deze patiënten vaak sprake van een verstoorde citroenzuur-cyclus en een verstoord transportsysteem door de membraam van de mitochondria.Bij patiënten waarbij de zuurstoftoevoer verninderd is zal het lichaam eerder gebruik maken van het anaërobe proces dan bij gezonde mensen het geval is. Bovendien veroorzaakt het zuurstof tekort dat het lichaam kiest voor koolhydratenverbranding i.p.v. vetverbranding (koolhydraten kunnen ook met minder zuurstof worden omgezet in ATP). Misschien is dat een van de reden waarom sommige CVS/ME patiënten ook te kampen hebben met overgewicht, vet wordt eenvoudig niet verbrandt.
Bij een anaërobe verbranding wordt veel melkzuur geproduceerd. Dr Gregg, maar ook anderen, denkt dat de grote hoeveelheiden melkzuur die vrij komen bij de anaërobe verbranding verantwoordelijk zijn voor de spierpijnen en krampen bij CVS/ME patiënten. Persoonlijk denk ik dat er ook andere oorzaken zijn die aan de pijn en de krampen een bijdrage leveven, om de doodeenvoudige reden dat er niets simpel is bij CVS/ME.
Het zou wel eens zo kunnen zijn dat het aërobe proces bij CVS/ME patiënten `door een zuurstof tekort tijdens het stofzuigen al uitgeput is en dat voor deze bezigheid al gebruik moet worden gemaakt van het anaërobe proces voor de productie van ATP. Met alle gevolgen vandien (melkzuur, vermoeidheid, spierpijn, spierkrampen).
Bij bijna alle CVS/ME patiënten is er ook sprake van een HGH deficiëntie, mogelijk gecombineerd met een insuline (receptor) resistentie waardoor de energievoorziening nog verder verslechtert. Het lichaam wil graag koolhydraten verbranden (vanwege het zuurstof te kort) maar kan dit niet omdat de celwanden vanwege de insuline resistentie niet goed doorlaatbaar zijn voor glucose (koolhydraten).
Bij gezonde mensen wordt er door het lichaam na een intensieve training HGH geproduceerd om de spieren aan te zetten tot herstel. Bij CVS/ME patiënten gebeurt dit vanwege een HGH deficiëntie meestal niet. Daarom hebben CVS/ME patiënten veel langer nodig om van extra beweging te herstellen. Even alle problemen op een rijtje:
- CVS/ME patiënten nemen minder zuurstof op. Daardoor schakelt het lichaam sneller van het aërobe naar het anërobe proces over. Verzuring van de spieren, vermoeidheid, spierpijn en spierkrampen zijn het gevolg
- Door een verminderde zuurstofopname wil het lichaam graag koolhydraten verbranden. Insuline resistentie is bij sommige patiënten een extra struikelblok omdat de celwand minder doorlaatbaar is voor glucose. ATP deficiëntie is het gevolg
- Een HGH deficiëntie zorgt er voor dat patiënten niet snel na een training herstellen en dat de spieren niet sterker worden dan voorheen zoals bij gezonde mensen.
Trainingsformule voor CVS/ME patiënten
Aërobische intensieve training is voor veel CVS/ME patiënten dan ook ronduit slecht, ook als er tussendoor een pauze wordt gehouden. Het is voor deze patiënten daarom veel verstandiger om extra te bewegen waarbij alleen het anaërobe systeem (Glycolyse en CrP) wordt gebruikt, bijvoorbeeld door gewichtsheffen van lichte gewichtjes.en stretching. Bij een lichte traning kan het lichaam het melkzuur dat tijdens het glycolyse proces wordt gemaakt nog goed afvoeren.Mogelijk kunnen patiënten door een te intensieve training schade aan het mitochondriale DNA berokkenen die permanent blijft. Misschien is dit wel een van de reden waarom patiënten die reeds lange tijd ziek zijn heel moeilijk te genezen zijn. Daarom is het kiezen van het moment om te stoppen, het belangrijkste aspect bij training van CVS/ME patiënten.
De erfelijkheid van mitochondriale aandoeningen
De genen zijn een deel van de chromosomen die op hun beurt gelokaliseerd zijn in de nucleus van elke cel. De chromosomen zijn opgebouwd uit een verbinding die DNA wordt genoemd. De mitochondriën, die zich buiten de nucleus in het cytoplasma van de cel bevinden, zijn een andere plaats waar DNA wordt gevonden. Dus ook de mitochondriën bevatten genen; alhoewel het mitochondriële DNA één lange streng genen is; en niet is samengesteld uit chromosomen. Het lichaam beschikt over een reparatiesysteem om schade aan het DNA te kunnen repareren. Helaas werkt dit systeem niet voor mitochondriale DNA.Al deze mitochondriën; en dus ook het DNA in de mitochondriën, stammen af van een klein aantal mitochondriën die aanwezig waren in de originele eicel op het moment van de conceptie.
Het sperma draagt niet bij aan de mitochondriën van de baby. Dus de mitochondriën worden alleen geërfd van de moeder. Een abnormaliteit in één van de genen in de mitochondriën kan daardoor worden doorgegeven in de eicellen van de moeder. Daar de meeste eicellen van de moeder dezelfde mitochondriële mutatie bevatten, is het risico op een volgend kind met een mitochondriële aandoening hoog. Dit patroon van erfelijkheid wordt maternale overerving genoemd. (maternaal = van de moeder).
De effecten van mutaties in de mitochondriële genen
De eicel bevat veel mitochondriën en elk mitochondrion bevat verschillende kopieën van de mitochondriële genen. Wanneer een specifiek mitochondrieel gen in elk mitochondrion in de eicel gemuteerd zou zijn en daarom de verkeerde boodschap uit zou zenden, dan zou de breuk in de energie productie zo ernstig zijn dat de vroege embryo dit niet zou overleven. Dus; een persoon die geboren is met een erfelijke mitochondriële ziekte moet twee typen mitochondriën van zijn of haar moeder hebben geërfd: enkele die de correcte kopieën van het gen bevatten en enkele die de gemuteerde en ziekmakende kopieën van het gen bevatten. In tegenstelling tot de meeste genetische ziekten waarbij de mutatie in alle cellen van het lichaam wordt gezien, worden mutaties van het mitochondriële DNA niet in alle cellen van het lichaam gezien. Mitochondriën worden willekeurig verdeeld in de eicel wanneer deze gevormd wordt in het ovarium. Daarom zal de samenstelling van de mitochondriën in elke eicel variëren van meest normaal tot meest abnormaal. Daarom zullen alle kinderen van deze moeder enige abnormale genen erven, maar alleen symptomen ontwikkelen wanneer de mitochondriën met het gemuteerde gen een zeker kritisch niveau hebben bereikt met de interferentie van de energie productie in het lichaam.Het is dus niet te voorspellen in welke mate iemand ziek zal worden en welke organen daar eventueel betrokken bij zijn. Evenmin is het te voorspellen wat het verloop van de ziekte zal zijn over een bepaalde tijd, daar men weinig zal kunnen zeggen over de verdeling en de hoeveelheid van de mitochondriën met het gemuteerde gen in het lichaam. De gemuteerde mitochondriën kunnen gelokaliseerd zijn in de skeletspieren, of in het hart, of de nieren, of in het brein of in de lever, enzovoort. Of in combinaties bij bovenstaande, of in alle organen. Dit maakt de mitochondriële aandoeningen zo complex.
SITE MAP
Maagdarmstoornissen: Candida infectie - Prikkelbaredarmsyndroom - Crohn - Colitus Ulcerosa - CVS/ME: Chronische vermoeidheid Syndroom - Diabetische complicaties: Bloeduiker stabilisatie - Neuropathie - Retinopathie - Nefropathie - Hart- en vaatziekten: Cardiomyopathie en Hartfalen - Hoge bloeddruk - Cholesterol verlaging - Aderverkalking (atherosclerose) - Spataderen - Levensverlenging: 100 jaren jong - DHEA - Melatonine - 65+ - Kanker: - Ondersteuningstherapie bij kanker - Bot en gewrichtsaandoeningen: - Artrose - Artritis - Osteoporose - Fibromyalgie: - Fibromyalgie - Urinewegaandoeningen: - Prostaatklachten - Blaasontsteking - Vrouwenklachten: Menopauze - Premenstrueelsyndroom - Overgewicht: - Overgewicht - SLIM - Oogaandoeningen: Staar - Slecht zien Andere artikelen: - HPU - Astma - Multiple Sclerose - Psoriasis - Depressie
Maagdarmstoornissen: Candida infectie - Prikkelbaredarmsyndroom - Crohn - Colitus Ulcerosa - CVS/ME: Chronische vermoeidheid Syndroom - Diabetische complicaties: Bloeduiker stabilisatie - Neuropathie - Retinopathie - Nefropathie - Hart- en vaatziekten: Cardiomyopathie en Hartfalen - Hoge bloeddruk - Cholesterol verlaging - Aderverkalking (atherosclerose) - Spataderen - Levensverlenging: 100 jaren jong - DHEA - Melatonine - 65+ - Kanker: - Ondersteuningstherapie bij kanker - Bot en gewrichtsaandoeningen: - Artrose - Artritis - Osteoporose - Fibromyalgie: - Fibromyalgie - Urinewegaandoeningen: - Prostaatklachten - Blaasontsteking - Vrouwenklachten: Menopauze - Premenstrueelsyndroom - Overgewicht: - Overgewicht - SLIM - Oogaandoeningen: Staar - Slecht zien Andere artikelen: - HPU - Astma - Multiple Sclerose - Psoriasis - Depressie